Dees Linders over de controverse

Dees Linders over de controverse

Dees Linders over de controverse


DE CONTROVERSE

Z.T., Naum Gabo (1957)
Coolsingel | beton, marmer, staal, brons, 2600 x 450 x 540 cm

Introductie
Het beeld Z.T. [Zonder Titel] van de Russische kunstenaar Naum Gabo is onlosmakelijk verbonden met de architectuur van de ‘nieuwe’ Bijenkorf aan de Coolsingel. De oorspronkelijke Bijenkorf van de architect Dudok, dat ter hoogte van het huidige Churchillplein gevestigd was, werd tijdens het bombardement van 14 mei 1940 onherstelbaar verwoest. Na de oorlog gaf het warenhuis de Hongaars-Amerikaanse architect Marcel Breuer de opdracht tot het ontwerp van een nieuw gebouw op een nieuwe locatie aan de Coolsingel. Ir. Cornelis van Traa, die als stedenbouwkundige verantwoordelijk was voor het Basisplan voor de Wederopbouw van Rotterdam (1946), zag in de tragische omstandigheid van het bombardement op het centrum van Rotterdam een mogelijkheid tot het verbreden van de Coolsingel, waardoor een wisselende of ‘dubbele’ rooilijn zou ontstaan van bestaande en nieuwe architectuur.

Ter continuering van de bestaande rooilijn werd voor het nieuwe Bijenkorfgebouw dan ook een uitspringend element in de gevel vereist. Breuer weigerde akkoord te gaan met een dergelijke uitstulping aan zijn rechthoekige gebouw. Uiteindelijk werd in samenspraak met de opdrachtgever, de directeur van de Bijenkorf G. van der Wal, Breuer en de gemeente, een oplossing gevonden in een permanente, monumentale sculptuur die de rol van het vereiste stedenbouwkundig accent zou vervullen. Nelly van Doesburg adviseerde bij de keuze van de kunstenaar. Zo ontstond de zesentwintig meter hoge constructie van Naum Gabo – het grootste constructivistische kunstwerk dat ooit in de openbare ruimte is geplaatst. Met de installatie van het beeld in 1957 werd de nieuwbouw van de Bijenkorf voltooid.

Deze heldendaad van Van der Wal, mogelijk gemaakt door de stuurse overtuiging van architect Breuer, gaf Rotterdam een moderne landmark, op de evenzo moderne Coolsingel. En meer dan dat, De Gabo werd tot icoon van de moderne kunst en van de kunst in de buitenruimte; een discipline die tijdens de wederopbouw in een stroomversnelling geraakte en sindsdien aanzienlijke ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Samen met De Verwoeste Stad (1951) van Ossip Zadkine (eveneens op initiatief van Van der Wal) en Wall Relief No. 1 (1954) van Henry Moore, markeerde De Gabo het begin van de internationale beeldencollectie van de stad Rotterdam.

De ruimtelijke constructie die sinds 1957 De Bijenkorf aan de Coolsingel flankeert, was volgens Gabo een “ideologische bijdrage tot het constructivisme”. Dit heeft met name betrekking op de integratie van architecturale en sculpturale benaderingen; met de transparantie van de omschreven ruimte; en met de impressie van gewichtloosheid in een sculptuur van een dergelijk formaat en gewicht – het ding weegt circa 40.000 kilo. Met het Bijenkorfbeeld gaf Gabo een artistieke invulling aan het vereiste stedenbouwkundig accent. De hoofdvorm van dit ontwerp, een frame van gedraaide ribben en een fijn gedetailleerd binnenwerk, was een variant op het niet-uitgevoerde ontwerp voor het Monument to The Unknown Political Prisoner uit 1952.

Voorstel voor Het Nationaal Gastarbeidermonument van Hans van Houwelingen en Mohammed Benzakour (februari 2010)

In 2007 stelde de Rotterdamse PVDA politicus Zeki Baran voor om een monument op te richten ter ere van de gastarbeiders die Rotterdam na de Tweede Wereldoorlog hadden helpen heropbouwen. Op initiatief van de Turkse en Marokkaanse migrantenorganisatie schreef het Centrum Beeldende Kunst [CBK] Rotterdam een meervoudige opdracht uit voor een Monument voor de Gastarbeider, op de plaats waar in 1972 de eerste rassenrellen in Nederland uitbraken: het Afrikaanderplein in Rotterdam Zuid. De voor het project samengestelde adviescommissie besluit naar aanleiding van de eerste voorstellen in het najaar van 2009, om de opdracht aan Hans van Houwelingen (kunstenaar) en Mohammed Benzakour (schrijver) te geven, wiens ideeën verenigd zullen worden in een gezamenlijk voorstel. In februari 2010 wordt het voorstel tot het Nationaal Gastarbeidermonument aan de adviescommissie van het CBK gepresenteerd en geaccordeerd.

Het ontwerp van Van Houwelingen/Benzakour laat zich niet makkelijk samenvatten. Inhoudelijk behelst het voorstel een herschrijving van de geschiedenis van de ‘hardwerkende Nederlander’: in een revisie op gangbare opvattingen over de wederopbouw in Rotterdam wordt het tot nu genegeerde, belangwekkende aandeel van de gastarbeider in de Nederlandse geschiedenis kenbaar gemaakt. De gastarbeider krijgt hierin de eer die hem toekomt. Het Bijenkorfbeeld van Gabo vervult in dit voorstel een hoofdrol. Van Houwelingen constateert dat De Gabo nooit betekenis heeft gekregen in Rotterdam. Ook de verwaarlozing van dit beeld – De Gabo is sinds lange tijd in slechte staat en vraagt om een dringende restauratie – toont in de ogen van Van Houwelingen de onverschilligheid van de stad voor het sculptuur. Van Houwelingen stelt voor om dit in zijn ogen oningevulde kunstwerk van betekenis te voorzien door het Gastarbeidermonument ín De Gabo te laten huizen. Dit publieke kunstwerk is immers onderdeel, en daarmee ooggetuige, van de wederopbouw van Rotterdam, en als pars pro toto bouwde de gastarbeider mee aan deze sculptuur. Na vijftig jaar, zo schrijft Van Houwelingen, zal De Gabo “het zwijgen [doorbreken] (…) door het gastarbeidersmonument in zich te huisvesten”. Deze voorgestelde transformatie van betekenis zal tot stand worden gebracht door de restauratie van De Gabo door metaalrestauratoren uit Turkijke en Marokko. Zij belichamen de letterlijke en symbolische gastarbeiders, die met de restauratie van het beeld een eveneens letterlijke en symbolische handeling zullen verrichten, namelijk, het daadwerkelijke herstel van De Gabo, en de transformatie/adaptatie van het kunstwerk ‘Z.T.’ naar het Monument van de Gastarbeider. Deze symbolische overdracht zou gemarkeerd worden door een plaquette op of naast de sculptuur, ter benoeming van het Monument van de Gastarbeider, al dan niet voorzien van de signatuur van Van Houwelingen/Benzakour. De tot monument omgedoopte Gabo op de Coolsingel krijgt in het voorstel een pendant op het Afrikaanderplein in Rotterdam Zuid, de oorspronkelijk beoogde locatie voor het monument. Hier zal een glaswand het plein aan één zijde begrenzen; in het glaswerk zal het gedicht De Droom van Benzakour worden gegraveerd. Tussen deze twee elementen die samen het Nationaal Gastarbeidermonument vormen, zou jaarlijks een rituele wandeling plaats moeten vinden.

[Zie ook: verslag LOKO symposium: www.skor.nl door Lotte Haagsma]

Stand van Zaken: SIR en ‘De Gabo’
Sculpture International Rotterdam (SIR) heeft, in opdracht van het College van B en W, de verantwoordelijkheid om de in totaal vijfenveertig beelden die deel uitmaken van de internationale beeldencollectie van de stad Rotterdam te beschermen. Dit geldt ook voor een aantal beelden die géen eigendom van de stad zijn, zoals De Gabo (sinds kort rijksmonument) en Wall Relief No. I van Henry Moore (gemeentelijk monument), beide hoofdrolspelers in de beeldencollectie van de stad. Zowel in goede als in slechte tijden heeft SIR de taak om De Gabo op inhoudelijk niveau te waarborgen. Dat dit lastig is omdat de gemeente niet de eigenaar is van dit kunstwerk, en er dus niets over te zeggen heeft zolang het kunstwerk geen risico oplevert voor het publiek, staat buiten kijf.

Tweekoppig beleid kunst en de openbare ruimte Rotterdam
Samen met de afdeling Beeldende Kunst Openbare Ruimte (BKOR) van het Centrum Beeldende Kunst (CBK) verzorgt SIR de kunst in de openbare ruimte van Rotterdam. SIR is een commissie die direct aan B en W adviseert en is ambtelijk gelieerd aan het CBK. Ruim twee jaar geleden hebben SIR en BKOR samen met B en W het tweekoppig beleid voor de kunst in de openbare ruimte van Rotterdam aangescherpt, om een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken te krijgen die de stad ten goede komt. SIR en BKOR hebben ieder een eigen doelstelling, met een eigen publiek, aanpak, en eigen geldstroom, en vergen bovendien een eigen deskundigheid.

BKOR is in de eerste plaats een platform voor Rotterdamse kunstenaars en werkt ook met Nederlandse kunstenaars. BKOR heeft de wijken en straten van Rotterdam onder haar hoede en werkt expliciet voor, en vaak met bewoners. BKOR werkt op vraag van instanties, deelgemeentes en burgerinitiatieven. SIR heeft de expliciete taak een grootstedelijk beleid te ontwikkelen en initieert de programma’s voor nieuwe, zowel permanente als tijdelijke kunstwerken. Dit gebeurt in overleg met de Wethouder van Cultuur en de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (dS+V). SIR werkt op basis van de Collectie Internationale Beelden. Aanvankelijk concentreerde dit zich in en rondom het centrum, sinds ruim twee jaar opereert SIR op de hoofdlijnen en de entrees van de stad. SIR werkt met kunstenaars van internationale allure wiens kunstwerken bijdragen aan het beeld van een wereldstad die zich via de kunst verbindt met andere wereldsteden en andere internationale cultuurfora.

Het tweekoppig beleid van SIR en BKOR maakt het mogelijk om beide polen van de publieke kunst op hoog niveau te ontwikkelen. Dit geeft de stad een inmiddels bekend en bijzonder beleid voor kunst en de openbare ruimte.

SIR en de restauratie van ‘Z.T.’ (1957), Naum Gabo
SIR en haar voorgangers wijzen, gezien de erbarmelijke en snel verslechterende staat van het beeld, al geruime tijd op het belang van een grondige restauratie van De Gabo. Dit gezien de waarde van dit icoon op zowel lokaal en als internationaal niveau, en vanwege de verwaarloosde staat van de Coolsingel, die de komende jaren gerenoveerd wordt. De eigenaar, Rijksmonumenten en SIR (lees: de stad), dienen dit kunstwerk namens Gabo te waarborgen.

‘Z.T’ van Naum Gabo is om verschillende redenen van onmiskenbare waarde, en daarmee een mijlpaal op verschillende niveaus, te weten: in de geschiedenis van de internationale moderne kunst;
in de geschiedenis van de kunst voor de publieke ruimte; in de beeldende kunst van de wederopbouwperiode in Rotterdam; in het oeuvre van Naum Gabo en als (voor-)beeld van grote conceptuele en materiële gaafheid; de sculptuur vormt een onlosmakelijk geheel met De Bijenkorf van architect Breuer, en is als zodanig, samen met Wall Relief No. 1 van Henry Moore, één van de meest geslaagde exemplaren in de geschiedenis van Kunst am Bau – kunstwerken die in nauwe samenhang met de architectuur ontwikkeld werden als hét landmark van de moderne Coolsingel, de belangrijkste stadsboulevard van Rotterdam. De gerestaureerde Gabo kan die status opnieuw krijgen in een grote renovatie die de Coolsingel de komende jaren zal ondergaan. Zonder alle mogelijke betekenissen van deze sculptuur hier te benoemen is De Gabo een publiek kunstwerk zonder weerga, met een alom erkende cultuurhistorische en kunsthistorische betekenis.

1957
Al snel na de plaatsing van De Gabo in 1957 werd duidelijk dat deze sublieme constructie zeer veel onderhoud vergt, ondanks alle testen door o.a. TNO, en ondanks het strenge toezicht dat Gabo persoonlijk hield op het materiaalgebruik en de constructie. (zie website SIR voor meer informatie over de diverse herstelwerkzaamheden door de jaren heen)

Uit een persbericht uit 1961:
1960
Voorjaar 1960 werd het beeld opnieuw in de steigers gezet voor grondige herstel- en schoonmaakwerkzaamheden. Het drie jaar oude beeld onderging een restauratie vanwege corrosie aan de binnenkant. Bij die gelegenheid vatte het dekzeil rond de steigers vlam en stond het beeld tien minuten in brand. Het herstel bleek de productiekosten ver te gaan overtreffen. Na lang aarzelen besloot de Bijenkorf het beeld toch te restaureren. Een van de overwegingen daarbij was de grote bekendheid van De Bijenkorf-constructie; door alle belangrijke critici en in alle standaardwerken over moderne kunst werd het beeld besproken en gezien als een hoogtepunt in het oeuvre van Gabo. Na 16 maanden restauratie was het beeld weer te zien. Vlak voor de heronthulling bracht Gabo een bezoek aan Rotterdam. In een vraaggesprek gaf hij aan nooit meer een beeld van deze omvang te willen maken: “De moeilijkheden met deze sculptuur hebben voor mij een tweede werk van deze omvang wel wat huiverig gemaakt”.

1997
Hoewel De Bijenkorf in 1997 een grootschalige restauratie uitvoerde, is door jarenlange verwaarlozing en herstelwerkzaamheden waarbij niet altijd de juiste materialen werden gebruikt, de sculptuur dringend toe aan een zeer grondige restauratie. De oorspronkelijke werking van het beeld, ooit een letterlijk stralend landmark op de Coolsingel, is door aantasting van het beeld en door ingrijpende veranderingen in de stedelijke situatie, waaronder de verrommeling van de Coolsingel, verloren gegaan.

2000
In 2000 krijgt het ICN (Instituut Collectie Nederland) het verzoek van de gemeente Rotterdam en de voorgangers van SIR om onderzoek te verrichten naar de staat van het beeld. In 2004 wordt het uitgebreide vooronderzoek door het ICN geleverd. De corrosie binnenin het beeld blijkt ernstig. In 2006 vindt de verkoop van het pand van de Bijenkorf Rotterdam plaats, inclusief de sculptuur van Naum Gabo. Vanaf dit moment worden de gesprekken van ICN en SIR over de noodzaak van restauratie met de nieuwe eigenaar gevoerd: IEF Capital (een joint venture van Bouwfonds Real Estate Investment Management van de Rabo Vastgoedgroep en Inflation Exchange Fund [IEF]). De nieuwe eigenaar pakt het vooronderzoek van het ICN op en geeft in 2008 opdracht voor een gedetailleerd restauratieplan, inclusief begroting.

2009
In november 2009 wordt de voltooiing van het restauratieplan door IEF Capital bereikt – in de ogen van SIR en andere betrokken partijen bij de gewenste restauratie van De Gabo, is dit een monumentale datum, met concreet zicht op restauratie. Eind 2010 volgt de aanzet tot een financieringsplan voor de restauratie, door de eigenaar en met medewerking van de gemeente en SIR.

Ontwerp Hans van Houwelingen/Benzakour in het licht van de naderende restauratie
Gezien de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor De Gabo, heeft SIR, namens de Wethouder van Cultuur, en in samenspraak met Monumentenzorg, de taak om het ontwerp van Van Houwelingen/Benzakour te beoordelen. Niettegenstaande de deskundige visie van zowel SIR als Monumentenzorg, zijn de beslissingen ten aanzien van het beeld uiteraard en in allereerste plaats een zaak van de eigenaar van het beeld.

In de herfst/winter van 2009 wordt de eigenaar van De Gabo, en wat later ook SIR, mondeling ingelicht door Van Houwelingen over het plan voor het Nationaal Gastarbeidermonument, dat op dat moment nog niet is uitgewerkt tot een concreet ontwerp samen met Benzakour. SIR reageert in eerste instantie verrast, vanwege het verleidelijke lucide idee en de megalomanie van het plan. Deskundige restauratoren uit Turkije en Marokko restaureren De Gabo, en daarmee is het titelloze beeld, naast van alles en nog wat – Het Ding, De Gestileerde Bloem, Het Bijenkorf-Beeld, Het Treinongeluk, Het Fietsenrek – óok een Monument voor de Gastarbeider. Geen plaquettes of labels anderszins, geen Hans van Houwelingen ‘signatuur’: de kunstenaar steekt het budget voor de opdracht tot een hedendaags monument in de restauratie van dit moderne meesterwerk, en het resultaat is een uitmuntend gerestaureerde Gabo, met dank aan, en eer voor ‘de gastarbeider’. SIR liet haar reactie weten aan Van Houwelingen – echter, niet zonder haar twijfel te uiten over de vraag of een daadwerkelijke realisering van het idee net zo sterk zou zijn als idee zelf.

2010
In het ontwerp dat SIR in maart 2010 ontvangt van Van Houwelingen/Benzkour is voor SIR de luciditeit en lichtvoetigheid van het oorspronkelijke prille plan verdwenen. Het voorstel bedient zich nu van een complexe constructie van veronderstellingen over De Gabo en zijn geschiedenis, die als basis moet dienen voor actuele politieke en sociale intenties. Het eens lichtvoetige plan bestaat nu uit twee delen: De Gabo met daarin het gastarbeidermonument op de Coolsingel, en het gedicht van Benzakour in de glazen wand op het Afrikaanderplein. Het ontwerp schept een beeld van een weldoener die, terwijl hij de ondervoede en verwaarloosde Gabo verzorgt en te eten geeft, zelf De Gabo begint op te eten.

April 2010 nodigde SIR Van Houwelingen en Benzakour uit om het ontwerp nader toe te lichten en te spreken over de twijfels die SIR heeft ten aanzien van dit ontwerp. Deze discussie kon de twijfel niet wegnemen.

Conclusie SIR
De Gabo is in kunst- en cultuurhistorisch opzicht van onschatbare waarde. Het enige dat het in erbarmelijke staat verkerende beeld haar allure en betekenis terug kan geven, is een grondige (openbare) restauratie. Volgens SIR schuilt er geen meerwaarde in het veranderen van de inhoudelijke betekenis van De Gabo; bovendien ligt het restauratieplan van de eigenaar sinds eind 2009 klaar en is het financieringsplan voor de restauratie momenteel in de maak.

SIR erkent dat de betekenis van het beeld in de loop der tijd door een veranderende omgeving kan veranderen – en desalniettemin zijn waarde als meesterwerk zal behouden. De verandering van betekenis is inherent aan kunst in de publieke ruimte en júist in deze voortdurende verandering onderscheidt kunst in de publieke ruimte zich van kunst in een museale omgeving. Dit is wat publieke kunstwerken interessant maakt, én van iedereen.

Volgens SIR was er, binnen dit gegeven beperkte ruimte geweest voor een mentale ingreep van Van Houwelingen/Benzakour, maar het ontwerp vertoont in de ogen van SIR gaten die de kracht van het idee ondermijnen. Een kunstwerk, per definitie open voor vele betekenissen, kan niet getransformeerd worden tot een monument, dat per definitie één specifieke betekenis en/of gebeurtenis symboliseert. Als publiek kunstwerk ziet SIR ook inhoudelijke bezwaren bij de toekenning van het beeld aan één specifieke groep mensen. Bovendien geldt dat Naum Gabo nadrukkelijk geen specifieke betekenis wilde geven aan zijn abstracte sculptuur, dat om die reden ook geen titel heeft: het kunstwerk moest volgens zijn artistieke visie open staan voor alle mogelijke betekenissen.

Tenslotte spelen praktische bezwaren een rol in de conclusie van SIR. Onduidelijk is wie de zoektocht in Marokko en Turkije naar hoogstaande restauratoren moet organiseren, en wie de verantwoordelijkheid neemt voor de organisatie van het verblijf van de restauratoren en benodigde tolken in Rotterdam, gedurende een periode van één tot twee jaar. Uit het voorstel wordt evenmin duidelijk wie garant staat voor de restauratie, wat vanuit het perspectief van De Gabo de hoogste prioriteit heeft. SIR legt de prioriteit bij een spoedig herstel van De Gabo, en ziet in de politieke strijd van voor- en tegenstanders van het voorstel van Van Houwelingen/Benzakour het mogelijke risico dat De Gabo nog langer moet wachten op het geplande herstel. SIR adviseert daarom, versterkt door haar inhoudelijke bezwaren bij het voorstel van Van Houwelingen/Benzakour, aan de Wethouder van Cultuur om het oorspronkelijke restauratieplan van de eigenaar voorrang te geven.

Dees Linders, hoofd Sculpture International Rotterdam

Kunstwerken