Het afscheid (1955) in 2012 op het beeldenterras aan de Westersingel, foto Jannes Linders

Het afscheid (1955) in 2012 op het beeldenterras aan de Westersingel, foto Jannes Linders

Het afscheid (1955)

Het afscheid (1955)


Het kunstwerk

Het beeld Het afscheid dat Umberto Mastroianni in 1955 maakte lijkt in eerste instantie niet meer te zijn dan een samenvoeging van verschillende massa’s. Wie zich laat leiden door de titel, herkent er twee innig omstrengelde figuren in. Het is onmogelijk om de exacte anatomie van deze mensen te bepalen. Sommige delen stellen een hoofd, arm of been voor, maar vaak is niet zeker tot welke van de twee uitgebeelde figuren het lichaamsdeel behoort. Mastroianni wilde niet zozeer de menselijke figuur nabootsen, maar de emotionele lading voelbaar maken van twee mensen die helemaal in elkaar opgaan. Sinds 2000 staat Het afscheid op het beeldenterras.

Mastroianni versterkt de spanning in het beeld door contrasterende vormen te gebruiken. Hij wisselt vlakken en hoekige volumes af met rondingen en gewelfde massa’s. In de herhaling van die twee soorten vormen brengt hij bovendien een ritme aan dat beweging aan het beeld geeft. Door de verschillende onderdelen langs een diagonaal te schikken, versterkt hij die beweging. In de vorm van de sokkel wordt de dynamiek van het beeld onderstreept.

Ook in de huid van het beeld komen de spanning en beweeglijkheid terug. Mastroianni heeft het brons zeer geraffineerd afgewerkt, met een ritmische afwisseling van donkere partijen en oplichtende accenten. Tijdens het gietproces zijn verschillende gaten in het oppervlak ontstaan. Kleine, regelmatige gaatjes zijn overgebleven na het verwijderen van de stangen waarmee het beeld na het gietproces werd opgetild. Grotere, grillige gaten zijn het gevolg van het gietproces. Gewoonlijk worden zulke onvolkomenheden na het gieten weggewerkt. Mastroianni wilde echter de ontstaanswijze van het beeld niet verhullen en liet de gaten zitten.

Bijnamen
Les Amanti
Vervaardiging
1955
Verwerving
1957
Locatie
2000, Westersingel, Culturele as, Centrum
Onderdelen
2, beeld en sokkel
Afmetingen
146 x 126 x 111
Materiaal
Brons
Verwerving
Aankoop Gemeente Rotterdam en schenking aan de Nederlandse spoorwegen

De plek

Umberto Mastroianni werd internationaal zeer gewaardeerd en ook in Nederland leefde belangstelling voor de Italiaanse beeldhouwer. Zijn werk werd onder andere in 1955 getoond op de Sonsbeek tentoonstelling in Arnhem en op een solotentoonstelling in de Rotterdamsche Kunstkring in maart 1957. Die laatste kwam paradoxaal genoeg voort uit de tentoonstelling Mostra in 1954 – een expositie van eigentijds beeldhouwwerk uit Italië – waar Mastroianni ontbrak. Dit gemis werd in 1957 in de Kunstkring ruimschoots goedgemaakt met een overzicht van zijn werk uit de periode 1941 tot 1956, waaronder tien grote bronzen beelden.

Op voorspraak van de Stichting Herrijzend Nederland kocht de gemeente Rotterdam het beeld dat als ‘De minnenden’ op de expositie te zien was. Het werd geplaatst in de hal van het nieuwe Centraal Station, met goedkeuring van de architect, Sybold van Ravesteyn. Tijdens de opening van het station op 21 mei 1957 werd de sculptuur van Mastroianni, onder de aan de locatie aangepaste naam Het afscheid door burgemeester Gerard van Walsum aangeboden aan de Nederlandse Spoorwegen.

Na de latere herinrichting van de stationshal raakte het beeld van Mastroianni wat verloren tussen kiosken en kaartjesautomaten. De Commissie Internationale Beelden Collectie benaderde de NS in 2000 dan ook met het verzoek het beeld in langdurige bruikleen af te staan. Het afscheid kreeg zo een ereplek op het nieuwe Beeldenterras aan de Westersingel. Omdat het daar in de buitenruimte kwam te staan, is het grondig gereinigd en gerestaureerd. Ook de ankers die het beeld op zijn sokkel hielden werden vervangen. Net als de andere beelden op het terras kreeg het beeld een leistenen sokkel, een replica van de oude sokkel.

Umberto Mastroianni

Umberto Mastroianni

Umberto Mastroianni (1910-1998) wordt gezien als één van de belangrijkste Italiaanse kunstenaars van de twintigste eeuw. Hij werd in 1910 geboren in Fontana Liri nabij Rome als telg van een bekende kunstenaarsfamilie en was al op jonge leeftijd werkzaam in het familieatelier. Hij studeerde beeldhouwkunst en maakte beelden in brons en natuursteen. Later in zijn carrière maakte hij ook grafisch werk. In 1926 vestigde hij zich in Turijn, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde en werkte.

Aanvankelijk maakte Mastroianni bustes en portretten in klassieke stijl. Nieuwe ideeën over beeldende kunst die rond 1910 door de Italiaanse futuristen werden geïntroduceerd en afrekenden met oude tradities gingen op dat moment aan hem voorbij. Zijn eerste solotentoonstelling, met dit klassieke werk, vond plaats in Genève in 1931.

Hoewel Mastroianni vrijwel altijd de zichtbare werkelijkheid als uitgangspunt heeft genomen, werd zijn werk vanaf 1941 meer en meer abstract. Zijn beeldtaal werd abstracter, maar sook de onderwerpen die hij koos, zoals bijvoorbeeld een wolk. In de mensfiguren waarmee hij in de jaren 1950 internationaal de aandacht trok, greep Mastroianni terug op het vroege kubisme en het futurisme. Hij gebruikte plastische vormen, bouwde spanning in het beeld op door de contrasten tussen vormen en bracht door vormherhalingen ritme en dynamiek in het beeld. Toch bleef bij Mastroianni het menselijke aspect van zijn figuren de hoofdrol spelen. Zijn beelden zijn daardoor inhoudelijk meer dan een studie naar vorm en beweging. In de jaren zestig werd het uiterlijk van zijn beelden grilliger en maakten de solide, plastische vormen plaats voor een meer opengewerkte structuur.

Na een lange carrière, waarin de internationale aandacht geleidelijk afnam, stierf Mastroianni in 1998 op 88-jarige leeftijd in Marino, Italië.


Het afscheid

Jelle Bouwhuis

In Het afscheid van Umberto Mastroianni zijn twee sterk geabstraheerde figuren samengesmolten tot een compacte massa. Het figurenpaar is opgebouwd uit segmentvormige en hoekige vlakken, waarin alleen van een zekere afstand benen, rompen, armen en hoofden herkenbaar zijn. Aan de achterzijde van het beeld is goed te zien dat Mastroianni uitging van een breedarmig kruis als basisstramien. Aan de voorzijde overheerst een spel van diagonalen, wat nog eens extra nadruk krijgt door de schuine sokkel, zodat van het geheel een grote dynamiek uitgaat. Een van de figuren helt tot buiten het standvlak, alsof hij of zij tijdens de innige omhelzing van de grond wordt opgetild door de ander. Daarmee doet het beeld zijn oorspronkelijke titel De minnenden eer aan, hoewel dat zeker niet direct duidelijk is.

In zijn lange carrière is Umberto Mastroianni – hij was de oom van acteur Marcello Mastroianni – altijd uitgegaan van het natuurlijke motief, maar de resultaten daarvan hebben nogal gevarieerd. In de tijd dat Italië onder fascistisch bewind stond, werkte hij aan portretten en bustes in klassieke stijl. Vanaf de oorlogsjaren werd zijn werk experimenteler en maakte hij bijna abstracte composities, soms als gevolg van de keuze van de onderwerpen. Van zijn plastische benadering van zoiets immaterieels en ijls als een wolk bijvoorbeeld, uit 1949, gaat een vreemd werking uit. Voor zijn figuursculpturen in de jaren 1950 greep Mastroianni terug op het kubisme en het Italiaanse futurisme van kort voor de Eerste Wereldoorlog. Dat is goed te zien in Het Afscheid uit 1955. De dynamiek van diagonale lijnen en de vervormingen van het motief – als vindt de omhelzing plaats in een uitgerekt moment waarin vormen in elkaar overvloeien – zijn afgeleiden van het futurisme. Ook de gaten en gaatjes in het beeld, ontstaan door niet afgewerkte oneffenheden in het gietproces, versterken dat idee van vervloeiing, beweging en uiteenvallen; van een proces in de tijd.

Dat Het afscheid in Rotterdam is gekomen, is in eerste instantie te danken aan een omissie van de Rotterdamse Kunstkring. Deze instelling had in 1954 de ‘Mostra’ georganiseerd, een tentoonstelling van contemporaine Italiaanse beeldhouwkunst in de tuin van Museum Boymans. De sculpturen op deze expositie, van onder anderen Marini en Manzù, waren allemaal afkomstig uit Milaan, dat toen het centrum van de Italiaanse beeldhouwkunst was. Mastroianni, die zijn hele leven in Turijn heeft gewerkt, was er daarom niet bij. Toch genoot hij in Nederland al enige bekendheid, zeker nadat zijn werk op de Biënnale van Venetië in 1954 was bekroond en hij vertegenwoordigd was op Sonsbeek 1955. Dat bracht de Rotterdamse Kunstkring er toe om, drie jaar na de Mostra in maart 1957, juist aan hem een solotentoonstelling te wijden. Bij die gelegenheid werden in de Maasstad tien grote bronzen van Mastroianni geëxposeerd, waaronder De Minnenden. Een kleine, gestileerde portretbuste op de tentoonstelling werd aangekocht door Museum Boymans. In overleg met de Stichting Herrijzend Nederland verwierf de gemeente nog een tweede, groter werk: De Minnenden. Het was uitgekozen door Sybold van Ravesteijn, de architect van Rotterdamse Centraal Station. Het beeld was immers bestemd voor dit nieuwe gebouw en daarom door de gemeente geschonken aan de Nederlandse Spoorwegen. Bij de onthulling in de stationshal, op Opbouwdag 21 mei 1957, bleek de titel van de sculptuur gewijzigd in Het afscheid, omdat men dat toepasselijker vond in deze entourage.

Van Ravensteijn had overigens eerder al Henry Moore benaderd voor twee gevelsculpturen op beide flanken van het station. Om onduidelijke redenen ging die samenwerking niet door en werden de bedoelde beelden uiteindelijk ontworpen door J.H. Baas, een staflid van Van Ravensteijns bureau. De keuze voor het beeld in de hal is gelukkiger uitgepakt. Het motief van het omhelzende paar en de dynamische vormentaal passen goed bij de hectiek van een stationshal. De diagonale vlakken van de sokkel waarop het wervelende figurenpaar kwam te staan, onderstreepten die dynamiek nog eens. Helaas bleef er van die wisselwerking tussen beeld en gehaast reizigerspubliek weinig over na de intrede van grote gele kaartautomaten in de directe nabijheid van Het Afscheid. Ze drukten het ingetogen brons volkomen weg. Toen duidelijk werd dat het Centraal Station een grondige uitbreiding en vernieuwing zou ondergaan, benaderde de Commissie Internationale Beeldencollectie de NS met het verzoek de sculptuur voor langere tijd af te staan ter versterking van het beeldenterras langs de Westersingel. Daar is het nu, op een leistenen replica van de vroegere sokkel, te zien tussen de veel forsere werken van Auguste Rodin en Fritz Wotruba.

Literatuur
Jeanette Oosthoek, Italiaanse beelden in Rotterdam, Rotterdam 1996.
Nello Ponente, Mastroianni, Rome 1963.