Tom Morton

Over ongeveer 7,5 biljoen jaar zal de zon de aarde vernietigen. Als de nazaten van de mensheid deze planeet dan nog bevolken (een steeds onwaarschijnlijker wordend scenario, gezien het enthousiasme waarmee we onze eigen ondergang bespoedigen), zullen ze in een oogwenk worden uitgeroeid, samen met alle andere soorten aardse flora en fauna. Wat maximale levensverwachtingen betreft, is 7,5 biljoen jaar heel lang, maar het is bij lange na niet de eeuwigheid. Er rest maar een beperkt aantal uren op de menselijke klok. Het is dan maar beter onze excuses te maken zolang het nog kan.

It’s Never Too Late to Say Sorry (2011) van Michael Elmgreen en Ingar Dragset is een werk dat zeer gemoeid is met de tijd, en de kansen die deze biedt voor boetedoening. Toen ze uitgenodigd waren om te reageren op de drukke doorgangsweg de Coolsingel in Rotterdam, installeerden de Scandinavische kunstenaars een vitrine – deels museum vitrine, deels minimalistisch sculptuur, deels knipoog naar de dikke glasplaten en het gepolijste graniet van de strakke luxueuze bedrijfsarchitectuur – buiten een voormalig postkantoor, dat gesloten werd na de liberalisering van het Nederlandse postsysteem in 2009. Als het ontwerp van deze vitrine suggereerde dat het een of andere zeldzame en kostbare schat beschermde, dan was de inhoud beslist weinig spectaculair: een enkele roestvrijstalen megafoon. Waarom zou men deze openbare ruimte inrichten met zo’n voorwerp? Misschien was het wel helemaal geen kunstwerk, maar eerder een noodtoestel, zoals een reddingsgordel of een brandblusser. Misschien was het een verzekeringspolis voor toekomstig schade.

Het antwoord kwam om twaalf uur op 28 mei 2011, toen Wim Konings –een lokale kunstenaar en parttime postbezorger voor een van Nederlands verscheidene private vervoerders – de vitrine van het slot haalde, de megafoon eruit haalde, aan zijn lippen zette en in een langzame en plechtige stem de woorden “It is never too late to say sorry” ter ore bracht. Terwijl de verbijsterde voetgangers toekeken, zette hij de megafoon terug, deed de vitrine op slot en liep toen weg voorbij het stadhuis van Rotterdam om weer een middag van post bezorgen te beginnen. In uitvoering van de instructies van Elmgreen & Dragset herhaalde Konings dit gnomische middagritueel op de Coolsingel gedurende een heel kalenderjaar, terwijl hij een dagboek van 366 ‘sorry reports’ bijhield die later in een boek verzameld werden.

Als je beeldmateriaal van de uitvoering van Konings bekijkt, heeft het wel iets weg van zowel een middeleeuwse stadsomroeper, als van een mysticus die visioenen uitroept op een eeuwenoude marktplaats. Zulke vormen van publieke toespraak zijn zeer zeldzaam in het stadsleven van de 21ste eeuw. Konings probeert voorbijgangers niet over te halen om een hotdog te kopen, of om te stemmen op een politieke kandidaat, of om te doneren aan een goed doel, of zelfs niet (ondanks dat zijn taal op een bijbels vers lijkt) om Christus als hun redder te omarmen. Hij houdt geen pleidooi voor zijn bewering dat ‘It is never too late to say sorry’, herhaling boven uitleg prefererend, alsof hij, door het keer op keer te zeggen, op een of andere manier het in de straatstenen van de stad kan slijten, als een groef in een lp van vinyl. Uit zijn stem – statig, ongehaast, maar weinig enthousiast – is niet eens op te maken of hij het eens is met wat hij zegt, of dat hij simpelweg de rol van boodschapper speelt.

‘It is never too late to say sorry’. Is dat echt zo? Sorry zeggen tegen wie? Sorry waarvoor? Wie zou er sorry moeten zeggen dan? Deze uitspraak is noch onmiskenbaar, noch gedetailleerd, noch vormt het (moeten we opmerken) zelf een excuses. Deze ogenschijnlijke tekortkomingen zijn echter precies datgene wat het werk van Elmgreen & Dragset zijn vreemde knagende kracht geeft. De woorden van Konings kunnen toegepast worden op ieder vergrijp, van het ernstigste tot het triviaalste, en we beginnen ons een hele historie van potentieel menselijk excuses voor te stellen, waarin ieder lid van onze soort een mea culpa uitgeeft; of ze nu bloedige oorlogsmisdaden opbiechten, of het te laat terugbrengen van een bibliotheekboek. It’s Never Too Late to Say Sorry kan natuurlijk ook in strikt lokale termen worden geïnterpreteerd (Rotterdam kent haar eigen spanningsvelden, in het bijzonder rondom immigratie), maar in essentie is dit een werk dat nog steeds zou kunnen functioneren, zou het verschijnen in het Rome van Julius Caesar, of in het Xanadu van Kublai Khan.

Bood Konings de voetgangers in de Coolsingel absolutie aan? Niet helemaal. Als excuses geaccepteerd kunnen worden, dan kunnen ze ook geweigerd worden. ‘Sorry’ is geen magisch woord, of enkel in zoverre dat het de persoon die het uitspreekt transformeert. Soms is het echt ‘te laat’ om het goed te maken met diegenen die we benadeeld hebben (de doden hebben immers geen oren om te luisteren), maar zolang we zelf ademen, dan is er nog steeds een mogelijkheid tot verzoening. Als het werk van Elmgreen & Dragset over verzoening gaat, dan gaat het wellicht over hoe wij ons kunnen verzoenen met – of wellicht berusten in – ons eigen schuldgevoel. Dit hangt er echter vanaf of wij naar Konings luisteren. Zoals in alle laatkapitalistische steden hangen de straten van Rotterdam vol met boodschappen, de meeste van hen belovend dat we slechts één aankoop verwijderd zijn van een betere wereld. Met zo’n achtergrond, wat is de kans dat deze stadsomroeper – deze mysticus – gehoord zal worden?

Als de dagelijkse uitvoering van Konings doet denken aan de mythe van Sisyfus, een man gedoemd om tot in de eeuwigheid een rotsblok een heuvel op te rollen, om enkel weer naar beneden te rollen iedere keer dat hij de top bereikte, dan echoot het ook een passage uit de Historiën (440 v.Chr.) van Herodotus over bereden boodschappers in het eerste Perzische rijk, dat fameus is aangenomen als het officieuze motto van de postdienst van de Verenigde Staten: ‘Noch sneeuw noch regen noch hitte noch de mistroostigheid van de nacht weerhoudt deze koeriers ervan hun aangewezen rondes zo snel mogelijk af te werken’. In tegenstelling tot het private koeriersbedrijf dat Konings in dienst heeft, is de USPS een Federaal Agentschap in overheidsbezit. We kunnen ons dan ook afvragen welke van zijn twee dagelijkse rituelen hem meer als een ambtenaar laten voelen: de post van Rotterdam bezorgen, of simpelweg haar inwoners eraan herinneren dat er nog steeds tijd is om excuses aan te bieden?

Gedurende de 366 dagen waarop het werk van Elmgreen & Dragset zich afspeelde in de Coolsingel, heeft de menselijkheid eenmaal om de zon gereisd. Het duurt nog zo’n 7,5 biljoen jaar totdat hij ons zwart blakert. We kunnen het sorry zeggen nog een beetje langer uitstellen, maar vroeg of laat is het tijd om boete te doen.

Kunstwerken