The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988)

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Jannes Linders

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Jannes Linders

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Jannes Linders

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Jannes Linders

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Pieter Vandermeer

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Pieter Vandermeer

Maquette The Long Thin Yellow Legs of Architecture

Maquette The Long Thin Yellow Legs of Architecture

Maquette The Long Thin Yellow Legs of Architecture

Maquette The Long Thin Yellow Legs of Architecture

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Fototechnische Dienst Rotterdam (1988) - Stadsarchief Rotterdam CC BYE 4.0

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Fototechnische Dienst Rotterdam (1988) - Stadsarchief Rotterdam CC BYE 4.0

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Fototechnische Dienst Rotterdam (1988) - Stadsarchief Rotterdam CC BYE 4.0

The Long Thin Yellow Legs of Architecture (1988), foto Fototechnische Dienst Rotterdam (1988) - Stadsarchief Rotterdam CC BYE 4.0

The artwork

In 1988 ontwierp Coop Himmelb(l)au de deconstructivistische sculptuur The Long Thin Yellow Legs of Architecture. De schets voor het beeld is, net als bij de architectuur van Coop Himmelb(l)au gebeurt, ontstaan “… in één kort moment tijdens het ontwerpproces – een moment dat zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Er wordt uitvoerig gesproken over functie, materialen, licht en sfeer van de te ontwerpen ruimte of constructie. Tijdens deze voorbereidingen wordt zo min mogelijk gevisualiseerd, om daarna in een moment van inspiratie tot een ontwerp te komen; een nerveuze krabbel waar voor de buitenstaander nog niet veel uit valt op te maken”*

De intuïtieve werkwijze van Coop Himmelb(l)au resulteert in expressieve ontwerpen voor gebouwen en sculpturen, waaronder het beeld De lange, dunne, gele benen van de architectuur voor Rotterdam. Het is een open constructie van plaatstaal en balken. De uit de functionele bouw afkomstige materialen staan in contrast met de uitwerking, die nadrukkelijk niet-functioneel is. Door deze manier van werken suggereren de architecten een lichtheid van het beeld die niet te rijmen valt met het formaat. Hieraan draagt ook het kleurgebruik bij: de zware, stalen balken en platen zijn grotendeels geverfd in lichte kleuren als geel, wit en azuurblauw.

Zelf nemen de leden van Coop Himmelb(l)au het resultaat van beschreven ontwerpsessies uiterst serieus. De tweedimensionale notities worden uitvergroot en rechtstreeks vertaald in driedimensionale modellen, die als basis dienen voor de technische uitvoering. Zelfs de kleinste details in de krabbel worden serieus genomen. Des te opmerkelijker is het dat de zwarte arceringen op het onderste stuk plaatmetaal bij de laatste overschilderbeurt niet zijn teruggezet.

*uit: Jan van Adrichem, Karel Schampers, Reyn van der Lugt (red.), Beelden in de stad, Utrecht 1988, p.64.

The Long Thin Yellow Legs of Architecture op de website van Coop Himmel(b)lau

Year
1988
Location
1988, Vasteland, Het nieuwe werk, Centrum
Dimensions
Hoogte 1200 cm
Material
Staal (UNP, plaat, buis), verf en teer
Owner
Gemeente Rotterdam

The location

Het deconstructivistische object The Long Thin Yellow Legs of Architecture van Coop Himmelb(l)au staat sinds 1988 op de hoek van het Vasteland met de Scheepstimmermanslaan. Het is ontstaan in het kader van de beeldenmanifestatie Beelden in de stad, die deel uitmaakte van de brede culturele manifestatie Rotterdam ’88: De stad als podium. De organisatie van dit culturele evenement lag in handen van de Stichting Rotterdam ’88, Museum Boijmans Van Beuningen, het Centrum Beeldende Kunst en de gemeentelijke diensten Gemeentewerken en Stadsontwikkeling.

Een twaalftal kunstenaars en architecten werd benaderd met de vraag een object te ontwerpen voor een specifieke locatie in de openbare ruimte. Dit resulteerde in een tijdelijke beeldenroute langs de ‘culturele as’ van Rotterdam, de denkbeeldige as tussen het Centraal Station en de Kop van Zuid. Dat de objecten een ‘dialoog met de stad’ moesten aangaan was onderdeel van de opdrachtformulering. Om die reden werden meerdere architecten benaderd, waaronder Coop Himmelb(l)au. Men vond dat de leden van Coop Himmelb(l)au in hun beeldtaal blijk gaven van een ‘sterk sculpturaal bewustzijn’. Prix en Swiczinsky werden gezien als “… architecten van wie de architecturale expressie als individuele sculptuur kan worden beschouwd”*

De locatie aan de Westersingel die de organisatoren oorspronkelijk voor het beeld van Coop Himmelb(l)au op het oog hadden, bleek na het gereedkomen van het ontwerp te krap. Er werd uitgeweken naar het Vasteland, een knooppunt in de stedelijke structuur, dat door haar uitstraling en het voorbijrazende verkeer door de architecten zeer geschikt werd bevonden.

*uit: Jan van Adrichem, Karel Schampers, Reyn van der Lugt (red.), Beelden in de stad, Utrecht 1988, p.8.