The Artwork
Mari Andriessen gedenkt de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog met vier figuren in brons in zijn Monument voor alle gevallenen 1940-1945 uit 1956. Twee mannen, een vrouw en een kind ontmoeten elkaar op een lage sokkel. Ze symboliseren de uiteenlopende gevoelens die heersten in de naoorlogse jaren: het verdriet om het verleden krijgt vorm in het gebogen hoofd van de vrouw, het optimisme van de wederopbouw gaf Andriessen weer als een man met schop. De andere man en het kind vormen een schakel tussen deze twee uitersten. Het beeld is strategisch geplaatst, tussen het oude stadhuis en de nieuwbouw van de Lijnbaan.
Op de sokkel zijn de woorden ‘Sterker door strijd’ te lezen. Wilhelmina sprak deze woorden na haar terugkeer uit Engeland. Rotterdam heeft ze als devies in het stadswapen opgenomen. Op de andere zijde staat een gedicht dat Clara Eggink bij het beeld schreef: “Het werk des daags vraagt om een gave mens. Men moet de ramp om zijn herstel vergeten. Zoals de zwerm der meeuwen op uw havens, onafwendbaar keert de levensdrift. Toch stoelt uw welvaart tevens ‘t ontijdig graf van die nu van geen opbouw weten. Gedenk dees onherstelbaarheid; dan zal uw nageslacht zijn brood in vrijheid eten.”