Liggende figuur (1969) in 2006, foto Pieter Vandermeer

Liggende figuur (1969) in 2006, foto Pieter Vandermeer

Liggende figuur (1969), foto Jannes Linders

Liggende figuur (1969), foto Jannes Linders


Het kunstwerk

Het beeld Liggende figuur van Fritz Wotruba werd in 1971 aangekocht uit het atelier van de kunstenaar en is één van de grotere objecten uit zijn oeuvre. Het is in 1969 vervaardigd en maakt deel uit van een reeks liggende figuren die hij vanaf circa 1960 uitvoerde in steen en brons. Net als de andere liggende figuren bestaat ook deze versie uit elementaire vormen.

De figuur is samengesteld uit geometrische volumes, die onder verschillende hoeken op elkaar gestapeld zijn. In deze blok- en cilindervormige elementen herkennen we segmenten van lichaamsdelen. Het lijkt alsof het beeld is samengesteld uit losse onderdelen. In werkelijkheid is het kalkstenen beeld echter uit één stuk gehakt. Kalksteen was het favoriete materiaal van Wotruba. Hij wilde materiaal en werkwijze zichtbaar en herkenbaar houden voor de beschouwer: de sporen in het oppervlak die waren ontstaan door bewerking met beitel, tandijzer of diamantzaag liet hij vaak als zodanig zichtbaar.

Door de langgerektheid van de figuur komt de nadruk te liggen op de lange zijden, die de indruk wekken het vooraanzicht te vormen. De kopse kanten van het beeld lijken minder belangrijk. Door deze opbouw krijgt het beeld een landschappelijk aanzien, iets wat gemakkelijk te rijmen valt met de volgende uitspraak van Wotruba: ‘Ik droom van een sculptuur, waarin landschap, architectuur en stad tot een eenheid worden! Het kan een stad zijn als Marseille, een van hitte laaiende stad, die plotseling van gedaante verwisselt, ze wordt een immens beeldhouwwerk, een reusachtige figuur, opgebouwd uit witte blokken en geleed door vlakke, horizontale terrassen, neergevleid in een kaal en roerloos landschap…’.

Vervaardiging
1969
Verwerving
1971
Plaatsing
1999
Locatie
2000, Westersingel, Culturele as, Centrum
Onderdelen
2, beeld en sokkel
Afmetingen
145 x 310 x 104
Materiaal
Kalksteen
Verwerving
Opdracht en schenking door Thyssen-Bornemisza Group.

De plek

Liggende figuur, dat in 1971 in bezit kwam van de gemeente Rotterdam, was een schenking. Tot verwerving van een sculptuur van Wotruba was besloten nadat er in 1968 een overzichtstentoonstelling van sculpturen van hem in Museum Boijmans Van Beuningen te zien was geweest. De Commissie Stadsverfraaiing was zeer gecharmeerd van het concept van de liggende figuur, dat Wotruba rond 1960 ontwikkelde en in verschillende versies op de overzichtstentoonstelling liet zien. Er was al geld vrijgemaakt voor de aankoop van een laatste versie die Wotruba in 1969 maakte, toen een handelsbedrijf het beeld aan de gemeente aanbood en geaccepteerd werd.

In december 2023 is het beeld ontmanteld vanwege de kwetsbare conditie waarin het zich bevindt. Nadat een voorbijganger enkele afgebroken stukken kalksteen opmerkte op de sokkel van het kunstwerk, is het werk onmiddellijk ondergebracht bij SIR. De corrosie is ontstaan door decennialang weer en wind, waardoor de conditie van het beeld significant is verslechterd. Een gespecialiseerde steenrestaurator heeft Liggende figuur op locatie gerestaureerd. Er wordt gezocht naar een passende oplossing voor de sculptuur én de lege sokkel op de Westersingel.

 

Fritz Wotruba

Fritz Wotruba

Fritz Wotruba (1907-1975) werd in 1907 in Wenen geboren uit een Tsjechische vader en een Hongaarse moeder. In de jaren 1920 kreeg hij een opleiding tot graveur en nam hij lessen bij beeldhouwer Anton Hanak, tot hij in 1927 als zelfstandig beeldhouwer ging werken. Rond 1930 leerde hij tijdens een bezoek aan Duitsland de beeldhouwers Wilhelm Lehmbruck en Aristide Maillol kennen. In 1931 had Wotruba zijn eerste solotentoonstellingen in het buitenland. Zijn eigen stijl moest Wotruba toen nog ontwikkelen: hij werkte in steen en brons in een realistische, figuratieve stijl.


Liggende Figuur

Jelle Bouwhuis

‘Ik droom van een sculptuur, waarin landschap, architectuur en stad tot een eenheid worden! Het kan een stad zijn als Marseille, een van hitte laaiende stad, die plotseling van gedaante verwisselt, ze wordt een immens beeldhouwwerk, een reusachtige figuur, opgebouwd uit witte blokken en gelederd door vlakke, horizontale terrassen, neergevleid in een kaal en roerloos landschap’

Geen andere beeldhouwer die vertegenwoordigd is in de Internationale Beeldencollectie Rotterdam betrok zo nadrukkelijk de kenmerken van de stad op zijn werk als Wotruba. Conform het beeld dat hij van Marseille beschreef, omstreeks 1969, is zijn grote kalkstenen sculptuur op het beeldenterras letterlijk ‘een reusachtige figuur, opgebouwd uit witte blokken, neergevleid in het landschap. Dat de menselijke figuur de aanleiding is geweest voor het werk, lijkt bijzaak.

Toch is het onderwerp van Wotruba’s beelden altijd de mens, in staande, lopende, zittende of liggende houding. Tot het einde van de jaren 1940 deden zijn beelden nog het meest denken aan archaïsche Griekse figuur-sculptuur: statisch, enigszins disproportioneel, de gelaatstrekken gestileerd, maar bijna klassiek in maatvoering. De serene sfeer van deze beelden bleef behouden in zijn latere werk, ook al is dat veel geabstraheerder en zonder uitzondering opgebouwd uit de geometrische hoofdvormen kubus, rechthoek en cilinder. De rijke variatie binnen zijn oeuvre ontstaat door kleine afwijkingen in de gehanteerde elementaire vormentaal, en door de manier waarop de vormen scheef of gedraaid ten opzichte van elkaar aaneen zijn gesmeed.

Wotruba ontwikkelde deze karakteristieke stijl na de Tweede Wereldoorlog toen hij met moderne beeldhouwers als Zadkine en Laurens in contact was gekomen en met voorvechters van de moderne kunst, onder wie verzamelaar Peggy Guggenheim en directeur Willem Sandberg van het Stedelijk Museum Amsterdam. Die eerde hem in 1962 met een grote overzichtsexpositie. Het protoype voor de Rotterdamse Liggende figuur, een van de grotere werken uit Wotruba’s oeuvre, ontwikkelde de Oostenrijkse beeldhouwer rond 1960. Paradoxaal genoeg oogt dit type, door een overvloed aan diagonale lijnen, dynamischer en speelser dan zijn haast strenge, als Dorische zuilen opgevatte staande of lopende figuren. Van deze laatste is onder meer een bronzen exemplaar, Gehende uit 1952, in de binnenstad van Utrecht te zien. Dit Utrechtse beeld werd in 1974 verworven.

In het voorjaar van 1968 had Museum Boymans van Beuningen een omvangrijke reizende overzichtstentoonstelling van het werk van Wotruba in huis. Waarschijnlijk is dat de aanleiding geweest voor de Commissie Stadsverfraaiing om de Oostenrijker te benaderen met de vraag of hij voor Rotterdam een liggende figuur wilde hakken. In augustus van dat jaar stelde Burgemeester en Wethouders daartoe de benodigde gelden beschikbaar want ‘onder de kunstenaars, die tot de ontwikkeling van de beeldhouwkunst van deze eeuw in belangrijke mate hebben bijgedragen, neemt Wotruba een voorname plaats in’, aldus krantenberichten. Enkele maanden later besloot de Thyssen-Bornemisza Group, voorheen de in Rotterdam gevestigde Bank voor Handel en Scheepvaart, naar aanleiding van haar vijftigjarige jubileum het beeld aan de gemeente te schenken, zodat de gereserveerde gelden (Euro 33.000,-) in de gemeentekas konden blijven. Ook werd toen bekend dat het werk op de wandelkade aan de Westersingel zou worden geplaatst. Op 25 januari 1971 werd het aldaar onthuld door mevrouw Denise Thyssen-Bornemisza.

Fritz Wotruba had een grote voorliefde voor kalksteen als materiaal voor zijn beelden. Dit paste het beste bij de kubusvormen die zijn werk domineren en bij de ‘architectonische landschappen’ waarin de beelden vaak kwamen te staan. ‘Steen is het enige ware materiaal van de beeldhouwer. Alle andere, blik, ijzeren stangen, conservenblikken en spiraalveren zijn slechts armzalige surrogaten’, aldus Wotruba. De vormen werden door hem grof uitgehakt en niet verder afgewerkt, zodat het materiaal zoveel mogelijk voor zich sprak.

Wotruba, die van 1945 tot aan zijn dood in 1975 beeldhouwkunst doceerde aan de kunstacademie van Wenen, heeft veel meer ideeën en stellingen op schrift nagelaten. Zo had hij een uitgesproken mening over kunst in de openbare ruimte. Deze mocht volgens hem nooit ‘protserige opsmuk’ zijn voor kapitalistische bank- en verzekeringsgebouwen, maar moest zo veel mogelijk in haar autonome waarde worden gelaten. De situering van Liggende figuur in Rotterdam is in dat opzicht voorbeeldig. Wotruba was al even compromisloos als hij zich begaf op het terrein van andere disciplines. Zijn expressieve, blokvormige massa’s kenmerken behalve de vele operadecors en -kostuums van zijn hand, ook de kerk die hij ontwierp voor de Orde der Karmelitessen op de Georgenberg in Wenen, onder het zelf verkozen motto ‘Men zal niet verloochenen dat Harmonie slechts door het overwinnen van vele tegenstrijdigheden tot stand komt’. Het curieuze resultaat, dat in 1976 werd ingewijd, behoort zonder twijfel tot de vroegste voorbeelden van het deconstructivismse in de bouwkunst.

Literatuur
O. Breicha (red.), Fritz Wotruba: Figur als Widerstand, Salzburg 1977
cat. Wotruba, Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam, 1968