photo Marysia Swietlicka

Drie vragen aan Narges Mohammadi

Op 25 november 2024, tijdens Orange the World Day 2024, de wereldwijde campagne tegen geweld tegen vrouwen, maakte wethouder Zorg Ronald Buijt de komst bekend van een bijzonder en uniek monument. De sculptuur wordt gemaakt door beeldend kunstenaar Narges Mohammadi en krijgt een AAA-locatie aan de Coolsingel. Wij zijn er trots op dat we vandaag, 8 maart, Internationale Vrouwendag, het ontwerp naar buiten kunnen brengen.

De kracht van jouw werk bestaat onder meer uit het koppelen van je persoonlijke verhaal aan belangrijke, actuele sociaal-maatschappelijke kwesties. In het licht van het nieuwe kunstwerk dat je gaat realiseren, zou je daar wat meer over kunnen zeggen?

Narges Mohammadi: “Mijn werk komt voort uit mijn persoonlijke geschiedenis, gevormd door ervaringen uit twee heel verschillende culturen. Toch raakt het iets groters, iets dat we allemaal delen, iets dat zowel binnen als buiten ons bestaat. Het politieke is persoonlijk, en het persoonlijke is politiek. Wat er in de samenleving gebeurt, raakt ons allemaal, op de een of andere manier. Uiteindelijk ben ik maar een kunstenaar. Ik kan alleen tastbaar maken wat zich in mij afspeelt. Ik denk dat wanneer je zoiets hebt meegemaakt, je een heel andere verhouding hebt tot het werk en de manier waarop je dit uitdrukt. Objecten uit mijn eigen herinnering worden symbolen die voor iets veel groters staan dan ikzelf. Ze verhouden zich tot de herinneringen van anderen. Door openheid te bieden, hoop ik anderen uit te nodigen ruimte te maken voor vergelijkbare gevoelens – van verdriet, angst en machteloosheid, maar ook van hoop en verlangen. Het is bijna een manier om te zeggen: “Het is oké. Als ik het kan, kun jij het ook.” Ik bedoel dit absoluut niet op een belerende manier, maar vooral als een manier om kracht te geven.”

In voorgaande kunstwerken zoals Passing Traces speel je met het contrast tussen de aanwezigheid en afwezigheid van objecten door middel van uitholling. Welke betekenis leg je hierin?

Narges Mohammadi: “In Passing Traces (2020) dacht ik voor het eerst na over ‘negatieve ruimte’ – de lucht rondom objecten met een vaste vorm. Het was te moeilijk om de emotionele leegte na het verlies van een dierbare direct vorm te geven. Wanneer iemand er niet meer is, zet diens afwezigheid zich voort in alles: in geluid, in de lucht, in fysieke materie, maar ook langzaam in je herinneringen en in elke toekomstige gedachte. Door hierbij stil te staan, ontdekte ik dat het vormgeven van de ruimte rondom objecten de enige manier was om het gemis tastbaar te maken. Dus gaf ik de lucht rondom een stoel vorm en liet ik de stoel zelf weg. Ik maak leegte tot een drager van betekenis. Je mist pas echt iets of iemand wanneer je diens fysieke afwezigheid ervaart.

Met mijn werk wil ik aandacht vestigen op datgene wat je liever zou vergeten, wat diep weggestopt of onzichtbaar is – dat wat er van jezelf misschien niet mag zijn. Als iemand die een moeilijke jeugd heeft gehad, weet ik hoe het voelt om onzichtbaar te zijn. Vanwege onze vluchtgeschiedenis kon ik tot mijn achtste niet naar school. Kunst maken is voor mij een manier geworden om te leven, om te bestaan. Het stelt me in staat de wereld te ontdekken en te observeren met een bijna kinderlijke blik, om vragen te stellen bij wat we als vanzelfsprekend beschouwen. Zo probeer ik ruimte te creëren voor introspectie, verandering en groei.”

Dankzij de grootsheid en materialiteit (halva, leem) van je kunstwerken krijgen ze snel een monumentaal karakter. Welke betekenis hebben formaat en materiaal in jouw werk, het nieuwe gedenkteken in het bijzonder?

Narges Mohammadi: “Mijn kunst is inderdaad vaak groots van schaal: ik werk met 700 kilo halva, tonnen beton en honderden kilo’s leem. Zoiets kan ik niet alleen doen. In het begin was samenwerking een noodzaak, maar inmiddels is het een essentieel onderdeel van mijn praktijk geworden, iets waarin ik me steeds verder verdiep. Hoewel mijn werk vaak een monumentaal karakter heeft, maak ik gebruik van materialen die iedereen kent, waarmee men kan omgaan of die eenvoudig te hanteren zijn. Juist die monumentaliteit zorgt ervoor dat het werk een fysieke relatie aangaat met het lichaam; je móét je ertoe verhouden. Dit geldt zeker in relatie tot het nieuwe gedenkteken, waarbij alle verschillende onderdelen gebaseerd zijn op levensechte afmetingen.

Het kunstwerk Tas heeft bijvoorbeeld exact de afmetingen van een echte tas – het is niet vergroot of verkleind. Hiermee hoop ik de afstand tussen het kunstwerk en de toeschouwer te verkleinen. In zekere zin zeg ik daarmee: dit kan ook jouw tas zijn. Ook jij, of iemand in je omgeving, kan direct of indirect te maken krijgen met onveilige situaties, zoals huiselijk geweld of gender gerelateerd geweld.”

Publicatiedatum: 06/03/2025