Henri Laurens

Henri Laurens


Kunstenaar Henri Laurens (1885-1954) heeft van zijn geboorte tot zijn dood in Parijs gewoond en gewerkt. Hij volgde een dagopleiding tot decorateur en steenhouwer en nam in de avonduren tekenlessen. Toen hij in 1911 de kunstenaar Georges Braque ontmoette, sloot hij zich aan bij diens kubistische stijl. Laurens maakte collages, reliëfs en sculpturen van polychroom hout, gips en metaal, waarin hij probeerde een ruimtelijke vorm te vinden voor de papieren collages van kubisten als Braque en Picasso. Door de toepassing van kleur in zijn beelden wilde hij het effect van de lichtval op het beeld neutraliseren.

Aanvankelijk is Laurens’ vormentaal geometrisch en is de opbouw van zijn beelden rigide te noemen, maar vanaf 1921 krijgt zijn werk een meer organische vormg. Aan het einde van de jaren 1920 worden zijn figuren, die in hun eenvoud van grote kracht zijn, voller en ronder en winnen aan monumentale compactheid. Laurens raakt steeds verder verwijderd van het kubisme. De vrouwenfiguur wordt het hoofdthema in zijn werk, dat hij vaak benadert vanuit de klassieke mythologie. Hij concentreert zich daarbinnen echter niet zozeer op het verhalende, maar op strikt plastische problemen zoals de ordening van vorm en volume.

Met de gestegen waardering voor zijn werk aan het einde van de jaren 1930 kon hij zich permitteren om op een groter formaat in brons te gaan werken. Naast het beeldhouwen hield Laurens zich bezig met het illustreren van boeken, waaronder dichtbundels van vrienden. Zowel in 1949 als in 1962 werd zijn werk geeerd met een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Een jaar voor zijn dood in 1953, kreeg hij de prijs voor de beeldhouwkunst op de Biënnale van São Paolo. Henri Laurens ligt begraven op het kerkhof Montparnasse te Parijs.

Kunstwerken