Richard Artschwager (Washington, Verenigde Staten, 1923 – Albany, Verenigde Staten, 2013) studeerde aan de Cornell University in Ithaca, New York en volgde schilderlessen bij de kubistische schilder Amédée Ozenfant in New York. Een tijd lang verdiende hij de kost met het maken van meubels: eerst enkele stuks en later in serieproductie.
Het artistieke oeuvre van Richard Artschwager bestaat uit schilderijen, tekeningen, fotowerken en objecten. De betekenis van zijn werk is moeilijk grijpbaar en Artschwager zet de beschouwer vaak op het verkeerde been. Zijn schilderijen zijn in hyperrealistische stijl geschilderd met een sterk perspectivische werking. Door een ondergrond te kiezen met een nadrukkelijk reliëf, dat alle aandacht opeist, doet hij de dieptewerking bewust teniet. Ook in zijn zogenaamde ‘meubelsculpturen’ zoekt hij tegenstellingen tussen verschillende visuele aspecten en perceptie op. De meubelsculpturen lijken op echte meubels, maar zijn in feite imitaties. Zo ontberen ze vaak enige functionaliteit, een stoel is te groot om op te kunnen zitten en een tafel met afhangend tafelkleed blijkt bij nadere beschouwing op een blok formica te zijn geschilderd. Artschwager zoekt naar het spanningsveld tussen wat het is en wat het lijkt, tussen kunstwerk en object.
De materialen die Artschwager gebruikt zijn vaak materialen uit de massa-industrie, zoals formica, plexiglas of schuursponsjes. Vooral formica, verkrijgbaar in een grote variatie aan decoratieve houtpatronen, gebruikt hij graag, vanwege de misleidende werking die van de aangebrachte opdruk uitgaat. Soms brengt hij ook zelf de nephoutdecoratie aan.
In de loop van de decennia hanteerde Artschwager uiteenlopende werkwijzen. Zijn werk wordt dan ook ondergebracht onder verschillende kunststromingen – regelmatig genoemd worden popart, minimalisme en conceptuele kunst – maar telkens blijkt zijn werk zich door een of meer afwijkende kenmerken gedeeltelijk aan die stromingen te onttrekken.