Claudine Hellweg

Op 15 december 1972 legde de burgemeester van Rotterdam aan zijn gemeenteraad het voorstel van de Commissie Stadsverfraaiing voor om een sculptuur van de Britse kunstenaar Phillip King aan te kopen. King was op dat moment een van de belangrijkste exponenten van de nieuwe abstracte beeldhouwkunst die begin jaren 1960 in Engeland was ontstaan. Zijn werk werd wereldwijd tentoongesteld in groepsexposities over de nieuwe Britse kunst, maar ook op de Documenta in Kassel (1963 en 1968) en in 1968 op Biënnale van Venetië. In Nederland waren beelden van hem te zien geweest in onder andere de Arnhemse openluchttentoonstelling Sonsbeek van 1966 en tijdens een overzichtsexpositie van zijn werk in Museum Boymans-van Beuningen in 1969. Mede door die tentoonstelling was de commissie op het werk van King geattendeerd. In 1971 liet de commissie haar oog vallen op Quill (Ganzeveer), een elegante constructie van rood en geel metaal uit datzelfde jaar. Ze meende dat het beeld een mooi voorbeeld was van het oeuvre van King, waarin zijn artistieke uitgangspunten goed tot hun recht kwamen.

Na een aantal bezoeken aan Rotterdam vond King de meest geschikte locatie voor zijn beeld in een groenstrook in het Zuiderpark, bij een grote vijver tussen het AHOY-complex en de Oldegaarde. De sculptuur was er van alle kanten goed zichtbaar en stak mooi af tegen het groen van het park en de blauwe of grijze lucht. Het beeld verlevendigde de omgeving en bewees bovendien dat de aandacht van de commissie niet exclusief op de binnenstad was gericht.

Philip King werd in 1934 in Tunesië geboren. Na de Tweede Wereldoorlog verhuisde hij met zijn Franse Moeder en Britse vader naar Londen, waar hij in 1957 aan St. Martin’s School of Art ging studeren. Een groep jonge, getalenteerde beeldhouwers onder leiding van docent/beeldhouwer Anthony Caro ontwikkelde daar een nieuwe, abstracte beeldhouwkunst: een Britse variant op de Amerikaanse primary structures. King werd één van de belangrijkste exponenten van deze groep en verwierf, samen met Caro internationale faam. Met hun voorkeur voor geometrische abstractie in felle kleuren keerden zij zich af van de geabstraheerde figuratie en biomorfe vormen van Henry Moore. Ze experimenteerden met grove metalen en fiberglas, materialen die tot dan toe niet geschikt werden geacht voor sculptuur en die hun werk een industrieel uiterlijk gaven. Ze plaatsten hun werk direct op de grond, zonder sokkel. Hoewel ook King aanvankelijk geometrisch-abstracte sculpturen maakte, was zijn werk over het algemeen speelser dan dat van gelijkgestemde kunstenaars. Daarvan getuigen de rondingen, de opvallende kleuren en de vaak lyrische titels: Ghengis Khan, Rosebud, Barbarian Fruit. Meer nog dan zijn materiaalgebruik – hij werkte met fiberglas, maakte assemblages van hout en metaal, stalen sculpturen en in de jaren tachtig ook bronzen beelden – was zijn vormentaal bijzonder, die omvatte het hele spectrum van geometrische vormen tot plastisch figuratieve elementen.

De voorlopige kroon op Kings werk was zijn tentoonstelling in 1968 in het Britse paviljoen op de Biënnale in Venetië. Kort daarna vond er een radicale verschuiving in zijn werk plaats. King liet de gesloten vorm van de kegel – jarenlang de basis van zijn werk – los ten gunste van open constructies, samengesteld uit meerdere losse onderdelen in verschillende materialen. Begin jaren 1970 ontstond een aantal werken uit dunne metalen delen in krachtige kleuren, gebaseerd op de primaire vormen van cirkel, vierkant en driehoek. Quill is een mooi voorbeeld van deze nieuwe, open werkwijze. De gele stalen banden van de constructie beschrijven cirkelsegmenten die uit de grond lijken te steken. Een golvende lijn van rood staal slingert er doorheen en vlecht ze aaneen. Zoals alle beelden van King heeft Quill geen voetstuk. Het kronkelt als een fraaie arabesk over de grond.

Quill moet in het Zuiderpark aanvankelijk gracieus en uitermate decoratief hebben gestaan. Helaas werd het beeld al snel als klimrek gebruikt. En hoewel er bij aankoop van het werk nog speciaal op de soliditeit van de constructie was gewezen, bleek de ijle sculptuur hier niet tegen bestand. Na verloop van tijd verwilderde het deel van het park waar Quill stond opgesteld, het werd aan het zicht onttrokken en werd als snel vergeten en verwaarloosd.

In 1988 ontving het CBK het verzoek van de deelgemeente Charlois – waar de verantwoordelijkheid voor het beheer van Quill lag – een voorstel te doen over de toekomst van het werk, dat er inmiddels erg verpauperd uitzag. Er werd besloten het te verwijderen en te restaureren en er vervolgens een nieuwe locatie voor te zoeken. Quill is vervolgens nog te zien geweest in twee grote tentoonstellingen in Parijs in 1996 en Florence in 1997, waar respectievelijk een overzicht werd gegeven van de Britse beeldhouwkunst van de twintigste eeuw en het oeuvre van King. Sindsdien wacht de 600 kilo beschilderd staal in een opslagplaats op een nieuw publiek leven in Rotterdam.

Literatuur:
Hilton, T., The Sculpture of Philip King, Londen 1992
Cat. Phillip King – Skulpturen, Mannheim (Kunsthalle Mannheim) 1993
Cat. Florence (FORTE DI BELVEDERE) 1997

Kunstwerken

  • Quill

    Phillip King, 1971

    Permanent