Claudine Hellweg

‘No matter – try again – fail again – fail better’ zijn woorden van de dichter en (toneel)schrijver Samuel Beckett. Job Koelewijn vond ze als citaat in een literair tijdschrift, de woorden raakten hem. De regel komt uit de korte roman Worstward Ho die Beckett in 1984 publiceerde. Deze roman vertelt het verhaal van de mensheid die na een chemisch ongeluk, ergens in de toekomst, geen andere keuze heeft dan de ruimte te gaan veroveren. Het is een korte parabel die het ontstaan van leven beschrijft en het onmogelijke proces van het scheppen. De weinig optimistische strekking van de roman spreekt ook uit de zin ‘Ever tried – ever failed – no matter – try again – fail again – fail Better’.

Job Koelewijn heeft deze woorden echter in een ander licht geplaatst, door de zin in te korten. Zijn versie verwoordt een optimisme dat hij voorstaat en graag door wil geven aan anderen: het maakt niet uit als je faalt, en het leven je opzadelt met tegenslagen. Met doorzettingsvermogen, vastberadenheid en geduld kom je hoe dan ook vooruit in het leven; misschien moet je je doelen aanpassen, maar er gloort altijd hoop.

Koelewijn behoort tot de jonge generatie Nederlandse kunstenaars die furore maakt in het buitenland en exposeert in musea en galeries over de hele wereld. Hij werkt gestaag aan een bescheiden, maar gevarieerd oeuvre, van performances, installaties, foto’s, video’s en objecten. Veel van zijn doorgaans efemere werken vinden hun oorsprong in het leven van hemzelf. Als eindexamenproject aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam in 1992, onderwierp hij het glazen Rietveldpaviljoen bij het academiegebouw aan een grote schoonmaakbeurt. Koelewijn had zijn moeder en tantes gevraagd deze taak op zich te nemen in de traditionele klederdracht uit zijn geboortedorp Spakenburg. De eenvoudige handeling was rijk aan betekenis. Schoon schip maken na een studie, was de meest aan de oppervlakte gelegen interpretatie, of beter: zich ontdoen van de invloeden van de opleiding. Tegelijkertijd was het een respectvol gebaar naar de oude tradities van de Spakenburgse gemeenschap en de elementaire architectuur van de Stijl, waar de architect Rietveld deel van uitmaakte.

Recentelijk maakte Koelewijn een aantal werken naar aanleiding van zijn verblijf in New York. Deze stad maakte een zo overweldigende indruk op hem, dat hij zich er in het eerste jaar ontheemd en verloren voelde. Een van de werken die daaruit voortkwamen, was een serie bodywarmers. In elke bodywarmer waren een walkman en luidsprekers ingenaaid, waaruit de stem van een dichter klonk. Poëzie is vaak een heilzame factor in zijn werk, een middel om vitaliteit op te roepen, kracht op te doen en een positieve instelling te genereren. Hij leent met dat doel regelmatig de woorden van zijn favoriete dichters. Aanvankelijk maakte hij een bodywarmer voor zichzelf met gedichten van Lucebert en Paul van Ostayen, om zich in New York te warmen aan hun poëzie en om zich te beschermen tegen die stad. Later maakte hij meerdere bodywarmers met gedichten van Herman de Koninck, Robert Frost en Elisabeth Eybers, die voor Koelewijn een speciale betekenis hebben.

Formula B (No matter – try again – fail again – fail better) is Koelewijns eerste permanente werk voor de openbare ruimte. Hij ging uit van de gedachte dat een permanent beeld vaak een monument is, een herinnering aan een bepaalde gebeurtenis of een persoon uit een vervlogen tijd. Zijn werk zou die functie niet krijgen, maar moest zelf de vluchtigheid van de tijd verbeelden. Uit het water van de Westersingel borrelen in luchtbellen de woorden No matter – try again – fail again – fail better op, vluchtig en ongrijpbaar als een voorgedragen vers. Het beeld heeft een sterke verwantschap met het werk Dreaming dat Koelewijn in 1996 voor een tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam maakte. In een grote hoekzaal van het museum was de vloer volledig bedekt met zachte groene isolatieplaten. In de ruimte zat een jongen of meisje in pyjama die met een deodorantstick citaten van Marsman en teksten als ‘art can change the world’ op de vloer schreef. Enkele minuten waren de regels te lezen, totdat de alcohol verdampte en de woorden in het niets oplosten. Wat overbleef, was de geur en een vaag uitgebleekt spoor van de deodorant, als woorden die naklinken in je oren. Was de efemere kwaliteit van Dreaming gekoppeld aan het ongrijpbare domein van de droom, in Rotterdam bieden de luchtbelletjes een optimistisch motto voor het leven.

Het tekstwerk in het water vereiste een gecompliceerde en kwetsbare techniek. Twijfels over de technische haalbaarheid van het beeld overschaduwden aanvankelijk het enthousiasme van de Commissie Internationale Beeldencollectie voor het voorstel van Koelewijn. Koelewijn zelf echter wilde zijn voorstel absoluut gerealiseerd zien. Dankzij zijn vasthoudendheid, een aantal goede gesprekken en een proefopstelling wist hij de commissie uiteindelijk te overtuigen. Koelewijn gaf niet op en kan nu ook Rotterdam laten lezen: No matter – try again – fail again – fail better.

literatuur
Blotkamp, C., S. van der Meulen, New Dutch Sculptors (Job Koelewijn), Rijssen 1999
Gesprek met de kunstenaar in september 2001

Kunstwerken